"De stukken van Maria Goos". Een zin die ik menig mens wel eens heb horen zeggen. Meestal vol bewondering, een enkele keer sceptisch. Maar smaken mogen verschillen. Ik ben een absolute liefhebber. Wat zou Maria vinden van mijn reeds geschreven dialogen? Een vraag die op de eerste dag van de tweedaagse Masterclass keihard werd beantwoord: 'Ze kunnen beter.'
Oef. Top. Naar huis met veel inzichten, maar vooral met een onrustig gevoel. Malen, wiebelen, een glas wijn drinken. Kan ik wel schrijven? Twee. Glazen dus. Ik kan het helemaal niet. Nog net voor tienen de mail sturen, met een gloednieuwe dialoog op een A4'tje. Geen personages, alleen een A en een B. Toen de nacht: woelen en kleine stukjes slapen. Met gezonde spanning opgestaan en terug de klas in. Ze pakte mijn werk erbij, liet het voorlezen en zei:
'Rebecca...........(de stilte, niet te doen)........beeldschoon. Die kant heb je dus ook. Bijzonder. Ga door!'
Moest Maria Goos mijn wens een schrijver te zijn bevestigen? Ja, dat mocht Maria Goos graag even bevestigen. De schrijfster van Oud Geld, Pleidooi en de Familie Avenier. Nu door. Met alle plannen, ideeën, zinnen en dialogen. Ik kan dit. En zo niet. Dan ook.